Mensen met een uitkering worden vaak onterecht als fraudeurs bestempeld. Je bent schuldig tot het tegendeel bewezen is.
Hester is sieradenmaker, alleenstaande moeder en heeft een bijstandsuitkering en inkomsten uit haar eigen bedrijf. “Ik werd gecontroleerd door gemeente Rotterdam om te kijken of ik eventueel fraude had gepleegd. En toen hebben ze mijn afschriften over een heel jaar opgevraagd en ook die van mijn dochter.“
Zij moet een boete betalen omdat haar dochter 20 euro zakgeld van haar vader kreeg. Hester: “Ik heb zoveel stress van alles wat met de gemeente te maken heeft. Ik ben niet goed geïnformeerd en kan ook geen goede informatie vinden, maar ik word wel gestraft.â�¯Ze zien mij als fraudeur tot het tegendeel bewezen is.”
In 2019 kregen 360.000 huishoudens een bijstandsuitkering. Daarvan zijn er 31.000 mensen, 8,6% van de bijstandspopulatie, die zich niet hebben gehouden aan de strenge regels van de bijstandswet.â�¯Bij eenâ�¯bijstandsuitkering hoort een zogenaamdeâ�¯inlichtingenplicht.â�¯Je bent verplicht om de gemeente informatie te geven over je privéleven.â�¯Ook kunnen je bankafschriften worden gecontroleerd.â�¯â�¯Alles wat op je rekening wordt bijgeschreven kan als inkomen gezien worden en daarom moet je dus ook alles wat je ontvangt doorgeven aan de gemeente. Als je bijvoorbeeld een Tikkie stuurt naar een vriend of vriendin. Of via Marktplaats je oude fiets verkoopt, maar ook als je kind geld van opa of oma krijgt.
Alle rekeningen van Hester werden gecontroleerd, ook de rekening van haar dochter: Waarom leende ze geld van haar moeder? “Omdat ze even geen geld voor de huur had.” Waar kwam die vijfentwintig euro op de rekening van haar dochter opeens vandaan? “Omdat haar dochter geld van haar vriendin leende zodat ze een bloesje kon kopen.” Elk bijgeschreven bedrag moest ze verantwoorden want alles wat op haar rekeningâ�¯en die van haar zeventienjarige dochterâ�¯binnenkomt wordt door de gemeente Rotterdam als inkomsten gezien.
Ze moest�bijna 2600 euro�terugbetalen�omdat ze nu�door de gemeente�als fraudeur�wordt gezien.�Dit werd ingehouden op�haar uitkering. Omdat het haar niet lukte om bij de gemeente haar tegendeel te bewijzen nam ze een advocaat in de arm.
Advocaat Jeroen Walker vindt dat gemeenten veel meer mogelijkheden hebben om mensen, die in de bijstand zitten, minder hard aan te pakken: “Ze benaderen deze mensen vaak als of het vaststaat dat er fraude is gepleegd en leggen mensen boetes op zonder in voldoende mate rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden, of zorgvuldig te beoordelen of iemand echt iets te verwijten valt. De bijstandswet is heel ingewikkeld, maar er zit regelmatig voldoende reikwijdte in die wet voor gemeenten om eigen beleid te maken en hun cliënten minder streng aan te pakken. Cliënten hebben vaak geen idee dat iets niet mag. Het is belangrijk dat hier aandacht voor komt.”
In plaats van�de burger te vertrouwen, wantrouwt de overheid�Hester�en werd�ze als fraudeur bestempeld tot�ze het tegendeel kon bewijzen.�Advocaat�Walker�procedeerde succesvol�en daardoor�hoefde�ze�een groot gedeelte van de boete niet terug te betalen.�De gemeente verklaarde de bezwaren gedeeltelijk gegrond en verlaagde zowel de vordering als de boete.