Letland wilde na de onafhankelijkheid niet dat de Russen op haar grondgebied invloed kregen. Dus schiep het een nieuw type mens: de niet-burger, zonder stemrecht. Hoe een EU-land, gedoogd door Brussel, omspringt met zijn staatlozen. ‘Ik voelde me verschrikkelijk verraden.’
Riga – Wat was Sergei Kruk opgetogen toen in 1991 in Letland de onafhankelijkheid aanbrak, na decennia van Sovjet-dictatuur. Hij werkte destijds als journalist bij een Russischtalig radiostation in Letland, dat veel aandacht besteedde aan de groeiende onafhankelijkheidsbeweging. Vooral de slogan ‘Voor onze vrijheid en die van u’, sprak hem aan, vertelt hij in zijn geboortestad Riga. Maar toen las hij de krantenkoppen op onafhankelijkheidsdag: ‘Russisch sprekende gemeenschap krijgt geen Lets staatsburgerschap’. ‘Het was een klap in mijn gezicht’, zegt Kruk, tegenwoordig universitair docent. ‘Ik voelde me verschrikkelijk verraden.’
Kruk (44) stamt af van de Sovjet-burgers die, als onderdeel van de onder Stalin begonnen Russificatie van de deelrepubliek, uit alle windstreken naar Letland werden gehaald. De industrie bloeide, het Russisch klonk overal. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, vierde het nieuwe nationalisme hoogtij in het weer onafhankelijke Letland. De regering sloot bijna direct alle Sovjetfabrieken en verklaarde de Sovjetpaspoorten ongeldig.
Maar de Russisch sprekenden, destijds bijna de helft van het aantal inwoners, bleven werken en wonen in Letland. Zij kregen een speciaal paspoort, met de tekst ‘burger van de voormalige Sovjet-Unie’. De ‘niet-burgers’, zoals de nieuwe klasse ging heten, werden uitgesloten van stemrecht en een groot aantal beroepen.
Op dit moment telt Letland er 326.906, ongeveer 15 procent van de bevolking. ‘Als niet-burger mag ik niet stemmen in regionale, nationale of Europese verkiezingen’, legt Kruk uit. ‘Ik heb geen politieke rechten, en kan niet meebeslissen over de toekomst van het land. Bovendien zal ik nooit hoogleraar kunnen worden, ik zit nu eigenlijk aan mijn top.’
Belasting
De Letse niet-burgers zijn beter af dan de meeste andere 12 miljoen staatlozen in de wereld. Zo hebben ze ongeveer dezelfde economische en sociale rechten als burgers, hebben ze permanent verblijfsrecht in Letland en betalen ze ook belasting. Toch ziet de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR hen als staatlozen, omdat ze van geen enkel land de nationaliteit hebben. De Letse regering denkt daar anders over. ‘Niet-burgers’ zijn geen vreemdelingen of staatlozen, stelt ze, maar mensen met een ‘speciale juridische status’. Bovendien biedt Letland hen de kans zich te laten naturaliseren tot staatsburger.
Daarvoor moeten ze een examen afleggen over de Letse politiek en geschiedenis, ze moeten de Letse grondwet kennen, een taaltest doen en het volkslied tot tevredenheid van de examencommissie opzeggen.
‘Niet-burger’ Natalija Mitailovska (30) uit Daugavpils, een stad aan de grens met Rusland, bereidt zich voor op zo’n examen. Het is handig voor haar werk, bij een kinderdagverblijf, dat ze voldoende Lets spreekt. Maar verder heeft ze de taal amper nodig. ‘Op school leerden we wel Lets, maar op straat hier in Daugavpils spreekt bijna iedereen Russisch.’ Natalija’s ouders, ook niet-burgers, spreken geen woord Lets. ‘Voor hen is het echt te moeilijk om nog een nieuwe taal te leren. Het examen zullen ze nooit halen, en ze gaan het ook niet proberen. Dat ze niet kunnen stemmen, nemen ze op de koop toe.’
Veel andere niet-burgers zijn even gelaten over hun status als de ouders van Natalija. Ze kunnen overal terecht met het Russisch, hebben een baan en een huis en interesseren zich niet zo voor politiek. Sergei Kruk daarentegen maakt deel uit van een groep niet-burgers die om principiële redenen staatloos blijft. Dat hij de onafhankelijkheid bewust heeft meegemaakt, verklaart zijn besluit. ‘Ik had gehoopt dat de onafhankelijkheid ons iets goeds zou brengen. Maar het enige waar ze naar keken was de nationaliteit van mijn ouders. Ik was voor hen een Rus. Ik ben voor hen nog steeds een Rus. En Russen willen ze er niet bij hebben.’
Nog altijd is het anti-Russische sentiment groot in Letland. Letse nationalisten willen elke invloed van Moskou tegengaan. De Russische regering wil die juist vergroten. Zo financiert ze Russische organisaties in Letland en moedigt ze niet-burgers aan het Russisch staatsburgerschap aan te nemen. Een gevolg is dat alles wat met Rusland te maken heeft tot felle politieke debatten leidt: of het nu Russische taalles is op scholen of de (on)mogelijkheid van niet-burgers deel te nemen aan het bestuur. ‘Als een land zo’n groot deel van zijn inwoners uitsluit van politieke rechten’, zegt Kruk, ‘kun je je afvragen hoe democratisch het land eigenlijk is.’
Aanpassingen
Voordat Letland in 2004 tot de Europese Unie kon toetreden, moest ze aan een aantal eisen van Brussel voldoen. Zo moest er op het gebied van de niet-burgers aanpassingen komen. Het naturalisatie-examen moest toegankelijker worden en de prijs ervan moest omlaag. Letland gehoorzaamde. Verder heeft Brussel de situatie van de niet-burgers in Letland niet aangepakt of bekritiseerd.
‘Nationaliteit en daarmee burgerschap is het privilege van de natiestaat’, legt Eurocommissaris Viviane Reding (Justitie, Grondrechten en Burgerschap) desgevraagd uit. ‘De staat zelf kan beslissen hoe haar burgerschapsbeleid wordt gevoerd. De verantwoordelijkheid van de EU zit hem in iets anders: wanneer een burger naar een andere lidstaat reist, moet hij dezelfde rechten hebben als een burger van zijn eigen land. Wij moeten ervoor zorgen dat vrij bewegen binnen de Europese Unie wordt gerespecteerd.’
Tatjana Zdanoka, Europees Parlementslid voor Letland namens De Groenen, heeft het in de praktijk gemerkt. ‘Ik heb de afgelopen jaren vaak vragen gesteld en petities geschreven over de niet-burgers, maar de EU kan er weinig aan doen, vanwege de soevereiniteit van de natiestaat. Een aantal EU-organen moedigt Letland aan niet-burgers te laten deelnemen in lokale verkiezingen. Maar Letland kan zelf bepalen of ze de raad opvolgt.’
De situatie moet veranderen, vindt ze. ‘Zo’n grote groep tweederangsburgers in een EU-lidstaat, dat kan gewoon niet.’ Vandaar dat haar politieke groepering een referendum over de kwestie wil houden in Letland. ‘Daarin willen we voorstellen automatisch burgerschap te verlenen aan alle niet-burgers, tenzij ze daar zelf bezwaar tegen hebben. We moeten in september tienduizend handtekeningen hebben verzameld, waarna nog enkele andere stappen vereist zijn voor heet duidelijk is of het referendum er echt komt. Het is een ambitieuze actie, maar we moeten blijven proberen de situatie voor niet-burgers te verbeteren.’
Artikel 15 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens stelt dat ‘eenieder recht heeft op een nationaliteit’ en dat niemand ‘willekeurig’ zijn nationaliteit ‘mag worden ontnomen’. Kun je dus zeggen dat Letland de mensenrechten schendt met haar beleid voor niet-burgers? Anhelita Kamenska, directeur van The Latvian Centre for Human Rights (LCHR), durft daar geen direct antwoord op te geven. ‘Wij vinden dat kinderen van niet-burgers bij de geboorte burgerschap moeten krijgen, om te voorkomen dat de groep niet-burgers groeit’, zegt ze. De wet schrijf voor dat kinderen van niet-burgers, die geboren zijn na augustus 1991, pas burgerschap kunnen krijgen, als de ouders hen als zodanig registreren. Ze krijgen dus niet automatisch het Lets staatsburgerschap.‘Het lijkt een administratieve en politieke kwestie, maar het gaat hier om kinderrechten, ’ zegt Kamenska.
Natalija Mitailovska is vastbesloten over haar keuze zich te laten naturaliseren. ‘Het is belangrijk voor mijn toekomst: alleen met een Lets burgerschap kan ik hogerop komen in mijn werk in het kinderdagverblijf. Bovendien geloof ik niet dat ik me als Lets burger ineens anders voel.’ Sergei Kruk ziet zijn toekomst heel anders. ‘Ik zal waarschijnlijk altijd niet-burger blijven, want dat examen ga ik niet doen. Ik voel nog liever de vernedering als ik mijn ‘niet-burger-paspoort’ laat zien bij de douane. Ik accepteer liever dat ik nooit professor kan worden, dat ik geen politieke rechten heb, dan dat ik op deze manier de Letse nationaliteit moet verkrijgen.’
Voor meer informatie over de 12 miljoen staatlozen in de wereld, zie www.citizensofnowhere.net
Tekst: Els Duran en Evelien Vehof