Officieel kent Nederland ruim 2000 statelozen, mensen zonder nationaliteit. Volgens de Unhcr gaat het om een veelvoud daarvan. Deze mensen hebben nergens verblijfsrecht en kunnen niet reizen, stemmen of werken. Ook toegang tot gezondheidszorg en onderwijs zijn vaak een probleem.
In de kleine achtertuin van een rijtjeswoning in Papendrecht bekijkt Sabrina zichzelf in het keukenraam. ‘Ik begin volgende maand met een opleiding tot styliste.’ Ze trekt haar wenkbrauwen omhoog. ‘Soms denk ik: waarom zou ik die opleiding eigenlijk volgen? Ik mag straks toch niet legaal werken.’ Sabrina Ahmetovic (17) is stateloos, net als de rest van het gezin dat verder bestaat uit haar ouders en haar acht broertjes en zusjes. Sabrina is geboren in Bosnië. Ze was nog geen twee toen haar ouders in de nadagen van de Bosnische oorlog naar Nederland vluchtten. Nu, zestien jaar later, wil noch Bosnië noch Nederland het Roma-gezin hebben. ‘Eigenlijk zijn wij in geen enkel land welkom.’
In Nederland is het moeilijk om als stateloze een toekomst op te bouwen. Je bent illegaal in Nederland, maar hebt niet zoals ‘een illegaal’ een nationaliteit van een land van herkomst. Een stateloze heeft geen nationaliteit, of kan zijn nationaliteit niet bewijzen, en heeft in geen enkel land verblijfsrecht.
Wereldwijd zijn er waarschijnlijk meer dan twaalf miljoen statelozen, soms wel honderdduizenden per land, zoals in Thailand en Letland. Volgens de VN Vluchtelingenorganisatie Unhcr zijn er in Nederland op 1 januari 2010 precies 2.062 statelozen geregistreerd. ‘Geschat wordt dat dit aantal in werkelijkheid veel hoger ligt. Nederland kent namelijk geen procedure om aan te tonen of iemand stateloos is. Hierdoor krijgen veel mogelijk statelozen onterecht het label ‘nationaliteit onbekend’ en van die categorie zijn er 83.007 bekend,’ vertelt René Bruin, hoofd Unhcr Nederland.
In Nederland geboren kinderen van statelozen worden automatisch ook stateloos
Statelozen in Nederland komen uit verschillende delen van de wereld. Onder hen zijn veel Roma. Begin jaren ‘90 viel Joegoslavië uit elkaar, een oorlog in onder andere Bosnië en Kroatië volgde, en het was voor veel Roma onduidelijk bij welk land ze hoorden met als resultaat dat ze nu nergens burger zijn. Ook zijn er in Nederland stateloze Palestijnen, vluchtelingen zonder papieren die nooit kunnen terugkeren naar het historische Palestina of huidige Israël. Veel statelozen met een Afrikaanse achtergrond zijn vanwege hun etniciteit uitgesloten van burgerschap in hun land van herkomst. In Nederland geboren kinderen van statelozen worden automatisch ook stateloos.
Dreigende uitzetting
Sabrina’s vader, Vesko Ahmetovic, werd in januari 2012 opgepakt en vastgezet in het vreemdelingendetentiecentrum Zestienhoven. In een kale ontvangstkamer met twee man bewaking vertelt Vesko zijn verhaal: ‘Ze willen me uitzetten naar Montenegro, waar ik ben geboren. Maar ik ben in Bosnië opgegroeid en heb nu alles, mijn vrouw en kinderen, hier in Nederland.’
Vesko werd gevangen gezet in vreemdelingendetentie, omdat hij, net als de rest van het gezin, zijn verblijfsvergunning is kwijtgeraakt. Vesko’s advocaat, mevrouw Igdeli, licht toe: ‘De familie had vanaf 1996 een tijdelijke verblijfsvergunning.’ Op een gegeven moment kwam de familie op straat terecht omdat ze de huur niet meer konden betalen. ‘Het feit dat familie een aantal jaar geen permanent adres had en tijdelijk in het buitenland was geweest, was voor de IND in 2007 reden om de verblijfsvergunningen in te trekken.’ Vesko werd dus in detentie gezet, omdat hij geen verblijfsvergunning had. De IND ging er al die tijd vanuit dat hij uit Bosnië kwam, maar in januari kwamen ze erachter dat Vesko in Montenegro geboren is. Begin maart kreeg Vesko een brief waarin zijn uitzetting naar Montenegro werd aangekondigd. ‘Ik zou twee weken later op het vliegtuig worden gezet.’ Vesko accepteerde de uitspraak; alles beter dan detentie.
Tine Kouwenhoven, diaken bij een van de Protestantse kerken in Papendrecht, ontmoette de familie Ahmetovic in 2009 en helpt hen sindsdien zo goed als ze kan. Kouwenhoven: ‘Ik werd gebeld door de GGD dat er in onze gemeente een familie was die geen kruimel brood meer te eten had. Als diaken ga je dan een kijkje nemen.’ De familie sliep destijds met het hele gezin in een busje en zwierf over straat. ‘Ik schakelde direct hulp in van de voedselbank en verzamelde kleding.’ Het Leger des Heils regelde een huis en de diaconie droeg vanaf dat moment zorg voor de huur en de vaste lasten.
‘Ik vind het van de zotte dat de IND een onschuldige man oppakt en vastzet in detentie,’ zegt Kouwenhoven. Hij heeft helemaal niets verkeerd gedaan!’ Navraag bij minister Gerd Leers van Immigratie, Integratie en Asiel verheldert niet veel. Volgens zijn woordvoerder Sander van der Eijk zet de IND nooit zomaar iemand in vreemdelingenbewaring: ‘Als iemand geen recht heeft om in Nederland te verblijven, wordt hij verplicht Nederland te verlaten.’ Veel mensen, onder wie Tine Kouwenhoven en leden van Kerk in Actie, maakten zich zorgen over het feit dat een vader zonder zijn gezin uitgezet dreigde te worden. Vesko kreeg op 10 maart in zijn cel een mededeling dat dit niet zou gebeuren en hij werd weer vrij gelaten.
Etnische minderheid
Ook andere statelozen krijgen vaak te maken met detentie omdat ze illegaal zijn. Khalid Jamadi (30) is zelfs al eens uitgezet en verblijft nu tijdelijk bij een kennis in Amsterdam. ‘Ik zit vast in dit land omdat ik niet kan bewijzen dat ik geen recht op Somalisch burgerschap heb.’
Khalid is geboren in Kismayo, een kustplaats in het zuiden van Somalië. Zijn vader handelde in dierenhuiden, zijn oudere broer hielp hem in de zaak. Op een middag betraden Somalische soldaten hun huis. Zijn vader en moeder werden meegenomen. Khalid was toen vijf jaar oud. Zijn moeder zei: ‘Maak je geen zorgen, op een dag zullen we elkaar weer ontmoeten. Ikp wacht op je.’ Hij heeft zijn ouders nooit meer teruggezien.
Zoals de ouders van Khalid, zijn veel Bajuni verdwenen. Zij vormen een etnische minderheid die stelselmatig wordt gediscrimineerd. Ze worden niet als Somaliërs gezien en zo is ook Khalid als stateloze geboren. Bang om net als hun ouders gekidnapt te worden, regelde Khalids broer tickets en visa voor Europa. ‘Ik gebruikte het paspoort van mijn oudere neef die ook Khalid heet. Met een houten boot voeren we in negen dagen naar Jemen en daar namen we het vliegtuig naar Amsterdam. Op Schiphol ontdekten ze dat ik niet de Khalid was die op de foto in het paspoort stond. Ik heb ze de waarheid verteld en asiel aangevraagd.’
Khalid Jamadi: ‘Nu leef ik op straat, want van de IND moet ik Nederland verlaten. Maar waar moet ik heen?’
Na een week kreeg Khalid een negatieve beslissing van de IND. ‘Mijn verhaal werd niet geloofd en zo belandde ik in vreemdelingendetentie. Eerst zes maanden op Schiphol, toen drie maanden in Alphen aan de Rijn.’ Dit was nog maar het begin. ‘In totaal heb ik nu achttien maanden vastgezeten. De IND dacht dat ik uit Kenia of Tanzania kwam, maar die ambassades bevestigden natuurlijk wat ik zelf al wist: ik kom daar niet vandaan. Nu leef ik op straat, want van de IND moet ik Nederland verlaten. Maar, waar moet ik heen?’
Nieuw thuis
De Bajuni’s zijn slechts een voorbeeld van de vele groepen die langdurig uitgesloten worden van burgerschap. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens stelt dat iedereen recht heeft op een nationaliteit. Ernst Hirsch Ballin, hoogleraar Mensenrechten en Burgerschap én voormalig minister van Justitie, ziet een tekortkoming in deze formulering: ‘Dit recht veronderstelt namelijk nog niet tot wélke staat de mens zich als burger moet kunnen verhouden, en daar ligt het probleem. Als mens heb je het niet voor het kiezen bij welke staat je hoort. Maar iedereen ís ergens, en iedereen moet ergens thuis kunnen zijn. In een land, in een gebied waar hij of zij niet aan onmenselijke situaties wordt blootgesteld.’
Op internationaal niveau proberen de Verenigde Naties stateloosheid aan te pakken. Ze hebben twee verdragen aangaande stateloosheid opgesteld die ook door Nederland zijn ondertekend. Het eerste verdrag uit 1954 erkent stateloosheid als probleem en biedt statelozen bescherming. Het tweede VN-verdrag uit 1961 probeert stateloosheid terug te dringen en nieuwe gevallen van stateloosheid te voorkomen. Maar ook al hebben staten de verdragen ondertekend de soevereiniteit geeft hun nog altijd de macht te bepalen wie hun onderdanen zijn.
Ernst Hirsch Ballin:
‘De staat heeft een beschermende functie ten opzichte van iedere burger, en van iedereen die thuis is in het land’
Hirsch Ballin: ‘Staten moeten wel meewerken om mensen die een nieuw thuis moeten hebben, dat ook te geven. Er zijn helaas heel wat situaties waarin mensen verstoken blijven van het staatsburgerschap in het land waar ze vrijwillig of onvrijwillig thuis zijn geraakt. Wanneer men spreekt over migratie en de omvang van die migratie dan wordt dit veel te vaak bekeken vanuit de vraag: hoe kunnen we de migratie zo goed mogelijk beheersen? Dat is zo eenzijdig. Wat weer op de nationale politieke agenda zou moeten komen, is de bescherming van mensen. De staat heeft een beschermende functie ten opzichte van iedere burger, en van iedereen die thuis is in het land. Burgerschap wordt te vaak misbruikt als mechanisme van uitsluiting in plaats van als een basis voor insluiting, voor het leggen van relaties.’
Onmogelijke opgave
Nederland heeft geen methode om vast te stellen of iemand stateloos is. Er is alleen de buitenschuldverklaring. René Bruin (Unhcr) licht toe: ‘Die verklaart dat de landen waarmee je mogelijk een link hebt jou niet als burger erkennen en jou dus niet willen ontvangen. Maar dit bewijst nog niet dat je stateloos bent, daarvoor hebben we in Nederland geen procedure.’
Het probleem ligt voor statelozen meestal in het leveren van genoeg bewijs aan de IND. Ze moeten bewijzen wat het land van herkomst is, dat die staat hen niet wil terugnemen en dat ze daar zelf niets aan kunnen doen. Dat is vaak een onmogelijke opgave.
Ook Khalid ontbreekt het aan de juiste bewijzen. Het land waar hij vandaan komt, heeft geen centrale regering, het is een zogenoemde failed state. ‘Hoe moet ik bewijzen dat Somalië mij niet als burger ziet? De IND gelooft me niet en stuurde me vorig jaar terug.’ Samen met een medewerker van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) stapte Khalid op het vliegtuig naar Mogadishu. ‘Toen ik op het vliegveld aankwam, zeiden de Somalische autoriteiten meteen: “Wat moet je hier?” Bajuni horen niet bij Somalië. Ik werd opgepakt en vastgezet.’ Na drie dagen mishandeling smeekte Khalid of hij terug mocht naar Nederland, omdat er geen leven mogelijk is voor Bajuni in Somalië. ‘Samen met diezelfde DT&V-medewerker vertrok ik weer naar Amsterdam. De IND weet dus dat ik nooit terug zal kunnen naar mijn vaderland, maar tegelijkertijd kan ik nergens anders heen.’
Rene Bruin, Unhcr:
‘Het is voor het individu en voor de samenleving niet goed dat iemand wordt uitgesloten’
Gedeelde bewijslast
Wat zou Nederland moeten doen om deze mensen een rechtmatig bestaan te geven? ‘De overheid moet mogelijke statelozen meer tegemoet komen,’ stelt René Bruin, ‘zodat ze niet verstoken zijn van onderwijs, werk, onderdak en identiteitsdocumenten. De bewijslast zou moeten worden gedeeld. Het is zowel voor het individu als voor de Nederlandse samenleving niet goed dat iemand op deze wijze wordt uitgesloten van de maatschappij.’ De Unhcr heeft onlangs een rapport gepubliceerd over stateloosheid in Nederland. Ook minister Leers heeft het rapport ontvangen, maar woordvoerder Van der Eijk kan er nog niets over zeggen: ‘Het kabinet zal voor de zomer met een beleidsreactie komen.’
Gerard Schouw (D66) is een van de weinige Kamerleden die zich druk maakt om statelozen, met name de stateloze Roma, in Nederland. Hij vindt dat de buitenschuldprocedure moet veranderen. ‘Die procedure is zo ingewikkeld en duurt bijna vierhonderd dagen. Dat moet eenvoudiger kunnen. En voor stateloze kinderen van Roma pleit ik voor een pardonregeling. Zij kunnen namelijk niet terug naar het land waar hun ouders geboren zijn. Met een pardon is voor hen het probleem van stateloosheid in een keer opgelost.’ Maar Schouw voorziet weinig enthousiasme bij het kabinet. ‘Het is trekken en duwen om aandacht te krijgen voor stateloosheid. Het is geen sexy onderwerp en staat niet bepaald op de agenda van het huidige kabinet.’
Voor de korte termijn lijkt het Schouw een goed idee om voor alle statelozen een pasje te ontwikkelen: ‘Daarop staat dat iemands nationaliteit onbekend is maar dat iemand ook niet uitgezet kan worden, zodat diegene niet in een kat- en muisspel met de vreemdelingenpolitie belandt.’ De woordvoerder van minister Leers ziet daar geen heil in: ‘Het Nederlandse beleid voldoet aan de Europese richtlijn over terugkeer. Als iemand illegaal in Nederland is, mag hij opgepakt en uitgezet worden.’
Hirsch Ballin stelt voor om een stap verder te gaan in het erkennen van burgerrechten. ‘We moeten niet alleen het recht op een nationaliteit erkennen, zoals dat gedaan is in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. We moeten het als mensenrecht zien dat je een nationaliteit, dus staatsburgerschap, moet kunnen verwerven in het land waar je deel uitmaakt van de samenleving en waar je dus thuis bent.’
Een bestaan
Helaas laat een nieuwe wetgeving vaak erg lang op zich wachten. Wat zijn voor Khalid en de familie Ahmetovic de praktische mogelijkheden? Hoe zien zij de toekomst?
De familie heeft een nieuwe verblijfsvergunning aangevraagd, maar het zou goed kunnen dat het hele gezin wordt uitgezet naar Montenegro. Sabrina: ‘Waarom zou Montenegro ons wel accepteren? Behalve dat mijn vader daar geboren is, hebben wij daar nooit gewoond. We hebben geen papieren uit Montenegro. Wat moeten we daar ook? Ik spreek de taal niet eens!’ Haar vader kijkt er anders tegenaan: ‘Vroeger dacht ik dat Nederland een gastvrij land was. Maar ik heb hier in al die zestien jaar niets kunnen opbouwen. Ik ben teleurgesteld in Nederland en vind het prima om naar Montenegro te gaan. Of een ander land, het maakt me niet meer uit, zolang ik er maar welkom ben.’
Khalid lijkt alle hoop te hebben opgegeven. ‘Soms begrijp ik niet waarom God mij hier op aarde houdt. Ik zou misschien wel beter af zijn als ik dood was. Ik ben nu dertig jaar, en leef al vijf jaar in een zwart gat. Ik zou niet weten wat ik nog kan doen om wél een bestaan te hebben.
Over een paar dagen ga ik de stad uit. Ik heb rust nodig.’
Citizens of Nowhere
De afgelopen twee jaar reisden Els Duran en Evelien Vehof naar verschillende landen om verhalen van statelozen op te tekenen. In Libanon, Letland, Thailand, Hongarije, Slowakije en Nederland spraken ze meer dan vijftig mensen zonder nationaliteit, met ieder een eigen verhaal en eigen dromen voor de toekomst. Door persoonlijke verhalen te verzamelen, hopen Duran en Vehof stateloosheid een gezicht te geven en lezers te laten zien wat het betekent om van elk recht te zijn uitgesloten.
De Verenigde Naties hebben de afgelopen twee jaar veel aandacht besteed aan stateloosheid, waardoor er nu in ieder geval meer aandacht is voor het fenomeen. Door de soevereiniteit van haar deelstaten kan ook de Europese Unie haar leden niet verplichten de stateloosheid op te lossen. Staten moeten zelf de verantwoordelijkheid nemen om zich te houden aan de verdragen die ze hebben ondertekend.
Tekst en fotografie: Els Duran & Evelien Vehof
Vesko Ahmetovic Foto: Simone van der Greef
www.citizensofnowhere.net