Je herkent het waarschijnlijk wel: je bent aan het winkelen, op weg naar de trein of gewoon een rondje aan het lopen door de stad. En dan word je opeens enthousiast aangesproken door iemand die daar staat namens een goed doel. En voor je het weet vul je je (bank)gegevens in om maandelijks geld af te laten schrijven door de betreffende partij. Maar wil je dat eigenlijk wel?
Samen met redacteur Frank Thies ging ik op pad (met een verborgen camera) om te kijken of en hoe we worden aangesproken door het goede doel. En ja hoor, in één middag tijd worden we door vier verschillende doelen aangehouden op straat. Bij de een wordt onze aandacht getrokken door een quizvraag over de natuur, bij de ander mogen we in een kijkdoos kijken en krijgen we een knuffel aangeboden en weer een ander wil van ons weten wat dé ideale leeftijd is om te trouwen. Gemeenschappelijke deler is dat ze ons daarna allemaal proberen te overtuigen om maandelijks een bijdrage te leveren aan het goede doel.
De mensen die op straat staan te werven, zijn meestal geen vrijwilligers van het goede doel zelf. Goede doelen maken hiervoor gebruik van wervingsbureaus. Het werven op straat is dan ook een dure aangelegenheid, zo concludeerde René Bekkers hoogleraar Filantropie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, na onderzoek eind 2011. “Ik heb uitgerekend dat de grootste goede doelen ongeveer 80 euro per persoon besteden om structurele donateur te worden op straat.”
De wervers krijgen per uur betaald, maar er wordt ook gewerkt met targets. Er moet een x aantal nieuwe donateurs worden binnengehaald per dag. De hoeveelheid kan verschillen per dag of per goed doel. Als je boven de target komt, kunnen daar bonussen tegenover staan.
Maar waarom wordt er dan – ondanks dat men het geen prettige manier vindt én de kosten hoog zijn – toch door veel goede doelen ingezet op straatwerving? Hoogleraar Bekkers: “Als goed doel kijk je natuurlijk goed naar op welke manier je efficiënt wilt werven. Mensen blijven vaak meerdere jaren donateur. Op het moment dat die kosten eruit zijn, dan is dit kanaal dus heel erg efficiënt. Om mensen langjarig als donateur te werven.”
We vragen de goede doelen door wie we worden aangesproken op straat (Amnesty International, Natuurmonumenten, Oranjefonds en Wilde Ganzen), maar ook vijf andere grote goede doelen (Artsen Zonder Grenzen, Hartstichting, KWF Kankerbestrijding, Rode Kruis en UNICEF) onder meer hoeveel nieuwe donateurs zij jaarlijks werven op straat en hoe lang het duurt voordat deze donateurs financieel rendabel worden.
Natuurmonumenten laat ons weten in 2018 via straatwerving 3655 nieuwe leden te hebben verworven, waarvan momenteel nog 75% lid is. De overige 25% is dus maar kort lid geweest. Daar moeten dan ook een hoop structurele donateurs tegenover staan, aangezien Natuurmonumenten een terugverdientijd van 20 maanden hanteert. Bij Artsen Zonder Grenzen sluiten jaarlijks zo’n 30.000 mensen aan door straatwerving en duurt het zo’n 13 maanden voor je bent terugverdiend. Ook KWF Kankerbestrijding is een grote speler, aangezien zij jaarlijks ongeveer 50.000 mensen binnenhalen via deze wervingsmethode. Meer cijfers en de volledige reacties van de goede doelen vind je hier.
Ondanks dat we het dus niet prettig vinden om op straat te worden overtuigd door een goed doel, lijken we er dus tóch voor open te staan. Ook op ons Instagram-kanaal laat 16% van de volgers weten weleens direct donateur te zijn geworden na op straat te zijn aangesproken.
In de studio reageert Jan van Berkel, voorzitter van de brancheorganisatie Goede Doelen Nederland op het feit dat consumenten het onprettig vinden om op straat te worden aangesproken en goede doelen hier tóch mee doorgaan. Hij geeft onder meer aan dat het belangrijk onderwerp van aandacht is, omdat ze willen voorkomen dat het irritatie oproept bij de mensen op straat. Ook vertelt hij dat donateurs die op straat worden geworven over het algemeen zich voor langere tijd verbinden aan een goed doel.